Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [50]Stelt er toch uw hart op, van dezen dag af [51]en opwaarts; van den vier en twintigsten dag der negende [maand] af, van den dag, [52]als het fondament aan den tempel des HEEREN is gelegd geworden, stelt er uw hart op. 50. Of, stelt nu uw hart, enz. Alsof hij zeide: Totdat men is begonnen wederom te bouwen aan den tempel, zijn het ellendige bedroefde tijden geweest, maar let er nu eens op, hoe het nu toegaat, nu gij kloekelijk aan het bouwen zijt. 51. Dat is, die voor dezen tijd geweest zijn. 52. Dat is, als men is begonnen te bouwen op het fondament, hetwelk gelegd is geworden in het tweede jaar na de wederkomst uit de Babylonische gevangenschap, als het altaar werd gebouwd. Zie Ezra 3:11. Doch sommigen nemen deze woorden naar de letter, zijnde in die mening, dat de fondamenten van den tempel, die gelegd waren straks na de wederkomst van het volk uit Babylonie, van de vijanden van dit werk uitgeroeid waren, alzo dat men nieuwe fondamenten heeft moeten leggen.